! This version of Internet Explorer is not supported anymore !

We recommend to visit our website with another browser (Microsoft Edge, Chrome, Firefox, ...)

Dimmen - Waar dien ik op te letten wanneer ik mijn halogeenspots wens te vervangen door LED verlichting

Wanneer je een lichtkring met laagspanningshalogeenlampen wil ombouwen naar ledverlichting is onze eerste aanbeveling het volgende:

  1. Gebruik steeds 230 Vac-ledlampen. Let op: De bekabeling tussen de transformator en de laagspanningshalogeenlampen is meestal niet geschikt voor 230 Vac toepassingen. Indien je niet over de gepaste kennis beschikt, raadpleeg dan een installateur.

  2. Verwijder de bestaande transformator uit de lichtkring.

  3. Verbind de dimmer rechtstreeks met de lichtkring met 230 Vac ledlampen.

  4. Configureer de dimmer met een lampprofiel dat overeenstemt met het elektrisch profiel van de lichtkring (je kan bij de universele dimmers kiezen tussen 8 lampprofielen). Stel erna het minimum dimniveau in.

  5. Wanneer lampflikkeringen te zien zijn met een tweedraadsdimmer, configureer dan de dimmer met een lampprofiel in faseafsnijding. Als de lampflikkeringen nog steeds zichtbaar blijven dan heb je te maken met zeer capacitieve ledlampen. Monteer in deze situatie een ledcompensator in de lichtkring  (ref. 310-05001 of ref. 09-016-10).

Wanneer je besluit om toch 12V-halogeenlampen te vervangen door 12V-ledlampen dan raden we je onderstaande werkwijze aan:

  1. Vervang de bestaande externe transformator door een Niko gewikkelde 35W-transformator (ref. 320-00001 of ref. 320-00002) :
    1. als de bestaande externe transformator een ander type is.
    2. als de totale elektrische belasting van de lichtkring niet groter is dan 35 VA.

  2. Verbind de dimmer rechtstreeks met de primaire kring van deze transformator, en configureer de dimmer met een specifiek profiel voor led- en halogeenlampen in faseaansnijding (LED2). Als dit geen oplossing biedt, configureer dan een ander lampprofiel in faseaansnijding.

    Opmerking: De dimmers 310-0490x en 310-0280x zijn niet geschikt voor toepassingen met een gewikkelde transformator.

  3. Als een lamp nog steeds flikkert, monteer je een resistieve belasting in de lichtkring, bv. 09-016-10.

    Opmerking: Gebruik hiervoor niet ledcompensator ref. 310-05001 omdat dit artikel geen resistief karakter heeft. Je kan ref. 09-016-10 als elektronische voorbelasting monteren, of één tot twee halogeenlampen in het lichtcircuit laten.

Wanneer je de transformator niet kan vervangen, omdat deze bijvoorbeeld geïntegreerd zit in een armatuur, en je de 12V-halogeenlampen moet vervangen door 12V-ledlampen, dan raden we je onderstaande werkwijze aan:

  1. Vergewis je van het feit of de bestaande armatuur een gewikkelde transformator of een elektronische transformator bevat.
    Indien het een elektronische transformator betreft configureer de dimmer dan in eerste instantie met een specifiek profiel voor led- en halogeenlampen in faseafsnijding.

  2. Als dit profiel geen goede werking oplevert, configureer dan de dimmer met een specifiek profiel voor led- en halogeenlampen in faseaansnijding (LED2). Als dit evenmin een oplossing biedt, configureer dan een ander lampprofiel in faseaansnijding.

    Opmerking: Een lampprofiel in faseaansnijding kan spanningspieken veroorzaken die de overspanningsbeveiliging van een universele dimmer kan activeren. De dimmer wordt uitgeschakeld en een rode LED achter de centraalplaat zal knipperen.

    Opmerking: Dimmers 310-0490x en 310-0280x hebben geen LED.
    Dimmer 310-0490x is niet geschikt voor toepassingen met een gewikkelde transformator.

  3. Wanneer de lamp nog steeds flikkert, dan monteer je een resistieve belasting in de lichtkring. Opmerking: Gebruik hiervoor niet ledcompensator ref. 310-05001 omdat dit artikel geen resistief karakter heeft. Je kan ref. 09-016-10 als elektronische voorbelasting monteren, of één tot twee halogeenlampen in het lichtcircuit laten.